Foto: Joséphine Mukabucyana in gesprek met Lina d'Amico van Caritas Vlaanderen

Getuigenis van Susanna Parraga en Joséphine Mukabucyana van de Sociale Dienst van Caritas International.be

“Het is zo belangrijk om als organisatie de muren van het kantoor te verlaten en de mensen zelf te gaan ontmoeten. Kwetsbare mensen komen niet zomaar naar je toe. Je moet een vertrouwensband met ze opbouwen.”

De twee antennes van CAW Brabantia Brussel Onthaal Open Deur en de Sociale dienst van Caritas International.be bieden een psychosociaal onthaal aan mensen die Punt 32  bezoeken, om daar een koffie te drinken. Beide organisaties houden een sociale permanentie in hun kantoor, maar begeven zich naar Punt 32, om daar de gebruikers van de dienst te ontmoeten, hen te oriënteren en te informeren op basis van hun vragen.

Susanna Parraga en Joséphine Mukabucyana gaan beurtelings met nog 3 andere collega’s sociaal assistenten van de Sociale dienst van Caritas International.be op donderdagen langs bij Punt 32 om er mensen te ontmoeten met hun vragen. Op dinsdagen wisselen ze af met de sociaal assistenten van Brussel Onthaal Open Deur.

Susanna vertelt: “We ontmoeten er mensen op doortocht. Ze zijn hun eigen land ontvlucht en onderweg. Maar soms blijft die situatie duren: een regularisatie is afgewezen, en na jaren, in sommige gevallen zelfs decennia van illegaal verblijf in ons land, zijn ze moe en zien ze geen uitweg meer. Personen met weinig kansen om in aanmerking te komen voor een regularisatieaanvraag, leggen we de optie uit om vrijwillig terug te keren naar hun land van origine.”

Caritas Vlaanderen Susanna Parraga

Foto: Susanna Parraga in de kantoren van de Sociale Dienst van Caritas International.be

“Veel niet-EU burgers die een verblijfs- en werkvergunning in een ander EU-land hebben (zoals Italië en Spanje) komen naar hier op zoek naar werk. Wanneer ze hier ontgoocheld worden in hun ambities, zijn ze opgelucht als we ze een vliegticket kunnen geven om terug te keren.”, zegt Joséphine. “Ook veel Brazilianen keren vrijwillig terug”, weet Susanna.

“Wanneer mensen met een vraag komen, hebben we geen kant-en-klare oplossing. We proberen de situatie van de hulpvrager correct te analyseren en verstrekken hen vervolgens duidelijke en transparante informatie. We geven aan welke opties ze hebben, maar ook welke pistes niet haalbaar voor hen zijn. We geven hen geen valse hoop, maar trachten hen een klare kijk te geven op de paden die wel nog mogelijk zijn. Zo’n gesprek is soms ontnuchterend, maar evengoed verlicht het de twijfels en vragen. Mensen nemen vaak niet onmiddellijk in het gesprek met ons een beslissing. Wij informeren hen. Soms komen ze dan nadien naar het kantoor met meer concrete vragen. Van sommigen vernemen we naderhand welke beslissing ze genomen hebben.”

“We ontmoeten mensen uit Sudan en Eritrea, uit Marokko, Algerije en Mauritanië. Maar ook autochtone mensen die tegenslag hebben gekend en aan de rand van de samenleving zijn komen te staan. De mensen zijn kwetsbaar. Veelal zijn ze meermaals uitgebuit. Ze voelen zich vaak een object in de handen van een ander. Ze kennen geen eigenwaarde meer en hebben het vertrouwen in anderen gaandeweg verloren. Wanneer ze ons ontmoeten, is dat niet anders. Ze reageren aanvankelijk vaak vijandig. Om hen te helpen, moeten we eerst hun vertrouwen winnen.”

Joséphine: “We krijgen bijvoorbeeld ook vragen van ex-gedetineerden, die moeite hebben terug een leven op te bouwen in de maatschappij. Maurice* bijvoorbeeld had al verschillende gevangenisstraffen uitgezeten. Nu hij weer vrij was, bleken alle deuren gesloten. Hij was radeloos. Hij stelde me de vraag of hij niet beter terug een misdaad zou begaan, zodat hij weer naar de voor hem vertrouwde omgeving van de gevangenis kon. Ik heb het hem uit het hoofd gepraat.”

“Ik doe mijn werk graag, al valt het mentaal soms zwaar”, vertelt Susanna. “We staan ‘in dienst’ van kwetsbare personen. Alleen al dat iemand naar hen luistert, doet hen goed. Velen van hen zijn gestresseerd, maar gaan hier opgelucht buiten, niet omdat ik hun probleem heb opgelost, maar omdat ik hen help ‘de weg te doen vinden’, door hen pistes aan te bieden.” Susanna licht toe: “Een dokter biedt een oplossing voor een medisch probleem, een psycholoog voor een mentaal probleem. Wij bieden geen oplossing, maar wel informatie en opties. We tonen ons solidair. Het individualisme is vandaag erg groot. Dat is soms brutaal. De tijd en rust om solidariteit te bieden aan personen die er nood aan hebben, ontbreekt soms. Wij maken er graag tijd voor.”

“Ik herken me in de mensen die we ontmoeten”, vertelt Joséphine. Ik heb zelf een migratie-achtergrond. Ik werkte in Rwanda als bediende voor het landbouwministerie op het terrein. Ik ben naar hier gemigreerd met twee van mijn kinderen. Ik moest mijn echtgenoot en mijn andere kinderen achterlaten. Ik herinner me nog steeds deze anekdote: Hier, in België, schoof ik, op een dag, met mijn kind in de buggy in de parochie van Sint-Anne aan, om brood. Een dakloze, die achter mij in de rij stond, zag het aan en pakte toen plots de buggy, stak die omhoog en vroeg met aandrang aan de anderen om mij te laten voorgaan. Dat greep mij zo aan. Toen heb ik het besluit genomen dat ik iets voor de daklozen wilde gaan doen. Ik vatte de studie aan als sociaal assistent en mocht nadien beginnen bij Brabantia. (lacht)”